Weinig of geen vooruitgang in dossier fietspad tussen Sint-Antonius en Westmalle

Publicatiedatum

Auteur

Katrien Schryvers

Deel dit artikel

Sinds juni 2022 werd er geen enkel bijkomend akkoord gesloten voor de noodzakelijke grondverwervingen voor de aanleg van een nieuw fietspad tussen Westmalle en Sint-Antonius. Het enige dat er gebeurde, is dat er bijkomend 12 aktes werden verleden voor gronden waarvoor voordien al een akkoord bestond. Dat vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag aan Vlaams minister van Openbare Werken en Mobiliteit. Schryvers reageert ontgoocheld. In september 2022 voerde de Fietsersbond samen met de gemeenten Zoersel en Malle nog actie voor een snellere realisatie. Uit de info die ik nu bekwam kan ik niet anders dan concluderen dat er sedertdien maar bitter weinig gebeurd is.

Als parlementslid volgt Katrien Schryvers uit Zoersel het dossier voor de aanleg van een veilig fietspad langsheen de N12 tussen Sint-Antonius en Westmalle al jaren van nabij op via parlementaire vragen. “Er zijn heel wat mensen die dagelijks tussen Sint-Antonius en Westmalle pendelen”, aldus Schryvers, “Denk maar aan de vele scholieren die in Malle schoollopen of Mallenaren die werkzaam zijn in één van de zorgvoorzieningen in Sint-Antonius. Zij zouden dit perfect met de fiets kunnen en vaak ook willen doen, maar dat ze daarvoor langs een gevaarlijk fietspad moeten, moedigt dat allerminst aan. Het fietspad langs de Antwerpsesteenweg tussen Sint-Antonius en het centrum van Westmalle is momenteel immers niet meer dan een gemarkeerde betonstrook aan de rand van de rijweg. Veilig en comfortabel is dat allerminst te noemen.”

Schryvers staat niet alleen met haar vraag. Op 3 september vorig jaar voerde de Fietsersbond samen met de gemeenten Zoersel en Malle ook actie om een snellere realisatie van dit fietspad te vragen.

Bitter weinig vooruitgang

Het dossier sleept al jaren aan. Het ontwerpdossier en de onteigeningsplannen werden al jaren geleden opgemaakt, maar op de effectieve realisatie blijft het wachten. Vooraleer er kan gestart worden met de werken, moeten er immers 216 innames gebeuren. “De voorbije jaren werden er bij mondjesmaat stappen gezet”, aldus Katrien Schryvers, “maar de cijfers uit mijn recente parlementaire vraag zijn weinig bemoedigend dat het fietspad er op redelijke termijn kan komen.”

Uit die info die Schryvers bekwam in antwoord op parlementaire vragen aan minister voor mobiliteit en openbare werken Lydia Peeters blijkt dat in juni 2022 er in totaal al 76 aktes waren verleden, terwijl er daarnaast nog voor 15 grondinnames een akkoord was gesloten met de eigenaar, maar de akte nog moest worden verleden. Volgens nieuwe cijfers die het parlementslid opvroeg, stond eind januari 2023 de teller voor het aantal verleden aktes op 88, en was er sprake van 3 akkoorden waarvoor de akte nog moet worden verleden.

“Er is met andere woorden op meer dan zes maanden tijd geen enkel bijkomend akkoord gesloten”, reageert het parlementslid onthutst. “Dat er bijkomend aktes verleden zijn, is goed, maar het belangrijkste werk om vooruitgang te boeken is natuurlijk dat er akkoorden kunnen worden gesloten met eigenaars om de noodzakelijke grondinnemingen te doen.”

Al meer dan 3 miljoen euro

Momenteel werd al 3.171.250 euro aan vergoedingen betaald voor de verwerving van gronden, zo vernam Schryvers nog.

“Zo lang het dossier voor het vervolg niet met de nodige spoed wordt benaderd, zijn dat allemaal middelen die ook niet renderen”, aldus het parlementslid. Schryvers zelf zal alleszins aan de bel blijven trekken en herhaalt haar oproep om vaart te maken in het dossier. “Overal worden mensen aangemoedigd om vaker de fiets te nemen in plaats van de wagen. Dan moet er ook gezorgd worden dat dit veilig kan. Goede, veilige en ruime fietspaden maken daar essentieel onderdeel van uit. De grote deelname aan de actie van de Fietsersbond vorig jaar toonde aan dat vele mensen uit onze gemeenten de noodzaak van een veilig fietspad tussen Sint-Antonius en Westmalle onderschrijven”, zo besluit ze.

Nieuws

Provincie Antwerpen telt 40.000 geregistreerde mantelzorgers

Op 31 december 2024 waren er in de provincie Antwerpen maar liefst 40.025 mantelzorgers geregistreerd. Daarmee telt onze provincie ruim een vijfde (22,3%) van alle mantelzorgers die als dusdanig in 2024 geregistreerd werden in het kader van de Vlaamse Sociale Bescherming. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers bekwam in antwoord op een parlementaire vraag. Het mantelzorgen blijft wel een vrouwelijke aangelegenheid. Bijna twee derde van de mantelzorgers is een vrouw. Schryvers pleit ervoor om goede praktijken rond een gericht mantelzorgbeleid te delen tussen lokale besturen. “De zorg die mantelzorgers bieden is onbetaalbaar, zij verdienen dan ook de best mogelijke ondersteuning”, vindt zij.

Enorm verloop bij directies van woonzorgcentra

Van de 818 Vlaamse woonzorgcentra kregen er in de eerste helft van 2024 maar liefst 140 een nieuwe directeur. In dezelfde periode werd in 124 woonzorgcentra het contract van de directeur beëindigd. Dat blijkt uit nieuwe informatie die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg. “Deze cijfers zijn echt onthutsend", vindt zij, "Op een half jaar tijd kreeg dus meer dan één op zes woonzorgcentra een nieuwe directeur.” Dat heeft ook een impact op de dagelijkse werking van het woonzorgcentrum. Een groot verloop bij de directies is natuurlijk niet bevorderlijk voor de continuïteit van het beleid.”

Bijna 1000 plaatsen herstelverblijf dreigen op 1 januari verloren te gaan

Zonder tussenkomst van de minister dreigen op 1 januari bijna 1.000 plaatsen voor herstelverblijf verloren te gaan. Na een hospitalisatie of ernstige ziekte kunnen patiënten in een herstelbedrijf revalideren en werken aan zelfredzaamheid. Vlaams Parlementslid Katrien Schryvers trekt aan de alarmbelen doet een voorstel tot bijsturing. “Indien de huidige voorwaarden ongewijzigd blijven, dreigen vanaf 1 januari 2026 130 centra voor herstelverblijf met in totaal bijna 1000 plaatsen te verdwijnen”, stelt Schryvers, “Dit mag echt niet gebeuren. Voor patiënten is dit géén overbodige luxe, we hebben elke plaats meer dan nodig. In een context waarin de zorg- en ondersteuningsnoden almaar toenemen, is het verloren laten gaan van capaciteit gewoonweg onverantwoord.”