Verouderde onteigeningsplannen oorzaak van bijkomende vertraging voor fietspad tussen Sint-Antonius en Westmalle

Publicatiedatum

Auteur

Katrien Schryvers

Deel dit artikel

Door een noodzakelijke herziening van de onteigeningsplannen heeft het dossier voor de aanleg van een volwaardig en veilig fietspad langs de Antwerpsesteenweg (N12) tussen Sint-Antonius en Westmalle nog maar eens bijkomende vertraging opgelopen, zo vernam Vlaams parlementslid en Zoersels schepen Katrien Schryvers. Voor de aanleg zijn 216 grondinnames nodig. De initiële onteigeningsplannen en de hierop gebaseerde raming dateren echter van 2016, waardoor een herziening zich opdrong. “Dat maakt dat zelfs de dossiers van mensen die een deel van hun perceel vrijwillig willen afstaan, blijven aanslepen”, zegt Schryvers.

De gemeenten Malle en Zoersel zijn al jaren vragende partij voor een veilig fietspad langs de N12 (Antwerpsesteenweg) tussen het centrum van Westmalle en Sint-Antonius. In november ll voerden beide gemeenten samen met tal van scholieren nog actie, en in september was er ook nog een actiedag van de Fietsersbond. “Al jaren moeten de fietsers hier over een smalle gemarkeerde betonstrook,” aldus Vlaams parlementslid en Zoersels schepen Katrien Schryvers, die het dossier al jaren van nabij opvolgt, “Van een fietspad kan je hier ternauwernood spreken. Onder meer voor de vele scholieren en personeelsleden van onder meer het AZ Voorkempen in Malle of het PC Bethaniën in Sint-Antonius die met de fiets naar school of naar hun werk rijden zou een volwaardig en veilig fietspad een grote verbetering zijn.”

Voor de aanleg van dit nieuwe fietspad zijn 216 grondverwervingen nodig, voornamelijk stroken uit voortuinen die langs de straat gelegen zijn. Op 1 juni van dit jaar waren er nog maar 95 aktes voor deze grondverwervingen verleden. Er waren toen ook nog 5 akkoorden waarvoor de aktes nog verleden moesten worden, zo bleek eerder uit een parlementaire vraag van Vlaams parlemenslid Katrien Schryvers. 

Verouderde plannen

Uit een nieuwe en recente vraag van Schryvers blijkt dat het feit dat de initiële onteigeningsplannen en de hierop gebaseerde raming dateren van 2016 weer voor bijkomende vertraging heeft gezorgd. “In de afgelopen jaren zijn er langs het tracé wijzigingen gebeurd die een aanpassing van een aantal van de plannen noodzakelijk maakten”, zo vernam Schryvers, “Het gaat om wijzigingen die zijn opgelegd door omgevingsvergunningen, verkaveling van percelen, splitsingen of samenvoegingen van kavels, enzovoort. Ook stonden de plannen niet meer in de juiste lay-out, waardoor bij wijzigingen volgens de huidig geldende procedure ook dit diende aangepast te worden.”

Intussen werd de herziening van de plannen wel afgerond, zo vernam Schryvers nog, maar door de drukte bij de diensten bij het kadaster en bij het studiebureau duurde dat langer dan normaal. “Op deze manier wordt de aanleg van dit fietspad echt een processie van Echternach,” werpt Schryvers op, “Zelfs dossiers van mensen die vrijwillig een akkoord willen maken, net omdat ze de aanleg van een veilig fietspad ook belangrijk vinden, zijn door de verouderde plannen blijven liggen, terwijl dat toch dossiers zijn die relatief snel zouden moeten kunnen afgehandeld worden. Anders gesteld: omdat het dossier al lang aansleept, duurt het nog wat langer. Echt onbegrijpelijk.”

Zitdagen

Op haar vraag hoe het dossier na de actualisatie van de plannen nu zo snel mogelijk kan worden verdergezet, kreeg Schryvers het antwoord van de minister dat het Agentschap Wegen en Verkeer er alles aan doet om de onteigeningen zo snel mogelijk terug op te starten, nu de plannen zijn bijgewerkt. Daarbij wordt ook gedacht aan het organiseren van zitdagen bij de gemeente voor mensen die geïnteresseerd zijn om op het voorstel in te gaan. Op die manier zou de onderhandelaar meerdere dossiers in een beperktere tijd afgehandeld kunnen krijgen. Schryvers hoopt alvast dat in 2024 een doorstart kan worden gemaakt en roept de minister op nu eindelijk de daad bij het woord te voegen: “Mensen zijn zeker bereid om vaker de fiets te nemen dan de wagen, maar dan moet er wel voor gezorgd worden dat dit veilig kan.”

 

Het Nieuwsblad - 2 januari 2024.

Nieuws

Drie maanden wachten om afspraak te krijgen bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen

Gemiddeld 97 dagen duurde het vorig jaar vooraleer een aanvrager een afspraak kreeg bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen. Dat is bijna een maand langer dan de gemiddelde wachttijd in 2023. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat moet toch korter kunnen”, vindt Schryvers, “Een gebrek aan mobiliteit betekent immers vaak ook een gebrek aan kansen, en dat moeten we zo veel mogelijk vermijden.”

Gendergelijke vertegenwoordiging is ook op lokaal niveau een absolute noodzaak

Vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in de Vlaamse gemeenteraden én schepencolleges. Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag op 8 maart vraagt Vrouw & Maatschappij, de vrouwenbeweging van cd&v, de Vlaamse regering om werk te maken van een strenger genderquotum in de schepencolleges, naar het voorbeeld van Wallonië. Daar geldt al sinds 2012 de regel dat minstens één derde van de leden van een verschillend geslacht moet zijn in het schepencollege. "Tijd dat Vlaanderen die stap ook zet," klinkt het bij V&M-voorzitter Lynn Callewaert.

 

Meer dan 1 op 4 trams in Antwerpen niet toegankelijk voor mensen met beperking

De Lijn heeft haar doelstelling met betrekking tot de toegankelijkheid van de tramvloot niet gehaald. Vooral Antwerpen is met 71,8% toegankelijke trams nog veraf van de doelstelling van 85% trams die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dat vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat betekent dat maar liefst 28% of meer dan een kwart van de trams die er in Antwerpen en omgeving rondrijden niet toegankelijk is”, aldus Schryvers, “Er is dus nog een lange weg te gaan om de eerdere doelstelling te behalen.” Schryvers roept op om hier toch zo snel mogelijk werk van te maken. “Toegankelijk openbaar vervoer is een belangrijk element voor inclusie van mensen met een beperking”, aldus het parlementslid.