Tijdelijk huisverbod steeds meer toegepast

Publicatiedatum

Auteur

Katrien Schryvers

Deel dit artikel

De Vlaamse justitiehuizen ontvingen in 2022 in totaal 488 opdrachten in het kader van het tijdelijk huisverbod, meer dan het dubbele van de 217 opdrachten in 2020. De provincies Antwerpen en Limburg blijven koploper, met respectievelijk 200 en 111 opdrachten. Maar ook in Brussel (60) en Oost-Vlaanderen (92) wordt het tijdelijk huisverbod steeds vaker opgelegd. In West-Vlaanderen (16) en Vlaams-Brabant (9) blijft de toepassing beperkt. Dit blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg bij justitieminister. Volgens het parlementslid is dit een goede zaak. Dossiers van huiselijk geweld worden zo op een gezinsgerichte manier aangepakt en er gaat ook aandacht naar de opvolging en begeleiding.

Meer dan verdubbeling op twee jaar tijd

Sinds een aantal jaren is het mogelijk dat daders van huiselijk geweld een tijdelijk huisverbod krijgen opgelegd. Sinds 2020 worden deze daders ook opgevolgd door de justitiehuizen. Nadat de Vlaamse justitiehuizen dat eerste jaar in totaal 217 dossiers tijdelijk huisverbod (THV) ontvingen, groeide dat aantal in 2021 al tot 384 dossiers, een stijging met maar liefst 77%. In 2022 steeg het aantal verder door naar 488, zo leidde Vlaams parlementslid Katrien Schryvers af uit parlementaire vragen. “Op 2 jaar tijd is het aantal dossiers dus meer dan verdubbeld. Er is sprake van een stijging van maar liefst 125%. Het tijdelijk huisverbod krijgt dus steeds meer bekendheid. Het wordt meer en meer toegepast en dat is een goede zaak”, aldus het parlementslid. 

Na Antwerpen en Limburg vinden ook Oost-Vlaanderen en Brussel de weg naar tijdelijk huisverbod

Vanaf het moment dat de mogelijkheid voor tijdelijk huisverbod werd gecreëerd, bleken er grote regionale verschillen in de mate waarin de maatregel werd toegepast. Daarbij concentreerde het tijdelijk huisverbod zich voornamelijk in de provincies Antwerpen en Limburg. 

“Antwerpen en Limburg blijven koplopers, maar de cijfers voor 2022 tonen aan dat nu ook in Oost-Vlaanderen en Brussel met respectievelijk 92 en 60 dossiers het tijdelijk huisverbod aan toepassing wint”, gaat Schryvers verder, “De voorbije periode heb ik er herhaaldelijk op aangedrongen om hierrond informatie en goede praktijken te delen. Dat na Antwerpen en Limburg het tijdelijk huisverbod ook in andere regio’s meer en meer wordt toegepast, vind ik alleszins positief.”

Beperkte toepassing in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant

Ondanks de doorbraak in Oost-Vlaanderen en Brussel, blijkt uit de cijfers die Schryvers ontving ook dat in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant het tijdelijk huisverbod met respectievelijk 16 en 9 dossiers nog maar sporadisch wordt toegepast, en dat moet veranderen, vindt het parlementslid.

“Dat dossiers van huiselijk geweld op een gezinsgerichte manier worden aangepakt en dat er ook aandacht gaat naar de opvolging en begeleiding van de dader, is een goede zaak. Met het tijdelijk huisverbod kunnen slachtoffers van intrafamiliaal geweld en vaak ook kinderen in de woning blijven en kan er gewerkt worden aan een normalisering van de situatie tussen de verschillende partijen. Dat is voor iedereen van groot belang, want zo kan een situatie ook de-escaleren”, aldus Schryvers, “De mate waarin slachtoffers via deze maatregel thuis kunnen blijven en de dader intussen wordt opgevolgd, mag niet afhankelijk zijn van de plaats waar men woont.  Ik blijf dan ook pleiten voor meer bekendmaking van deze mogelijkheid en het delen van goede praktijken in de regio’s waar het nu nog niet echt ingang heeft gevonden.”

Nieuws

Drie maanden wachten om afspraak te krijgen bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen

Gemiddeld 97 dagen duurde het vorig jaar vooraleer een aanvrager een afspraak kreeg bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen. Dat is bijna een maand langer dan de gemiddelde wachttijd in 2023. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat moet toch korter kunnen”, vindt Schryvers, “Een gebrek aan mobiliteit betekent immers vaak ook een gebrek aan kansen, en dat moeten we zo veel mogelijk vermijden.”

Gendergelijke vertegenwoordiging is ook op lokaal niveau een absolute noodzaak

Vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in de Vlaamse gemeenteraden én schepencolleges. Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag op 8 maart vraagt Vrouw & Maatschappij, de vrouwenbeweging van cd&v, de Vlaamse regering om werk te maken van een strenger genderquotum in de schepencolleges, naar het voorbeeld van Wallonië. Daar geldt al sinds 2012 de regel dat minstens één derde van de leden van een verschillend geslacht moet zijn in het schepencollege. "Tijd dat Vlaanderen die stap ook zet," klinkt het bij V&M-voorzitter Lynn Callewaert.

 

Meer dan 1 op 4 trams in Antwerpen niet toegankelijk voor mensen met beperking

De Lijn heeft haar doelstelling met betrekking tot de toegankelijkheid van de tramvloot niet gehaald. Vooral Antwerpen is met 71,8% toegankelijke trams nog veraf van de doelstelling van 85% trams die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dat vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat betekent dat maar liefst 28% of meer dan een kwart van de trams die er in Antwerpen en omgeving rondrijden niet toegankelijk is”, aldus Schryvers, “Er is dus nog een lange weg te gaan om de eerdere doelstelling te behalen.” Schryvers roept op om hier toch zo snel mogelijk werk van te maken. “Toegankelijk openbaar vervoer is een belangrijk element voor inclusie van mensen met een beperking”, aldus het parlementslid.