Elk jaar meer pleegzorgtrajecten opgestart, maar toename verschilt aanzienlijk per provincie

Publicatiedatum

Auteur

Katrien Schryvers

Deel dit artikel

In 2022 liepen er in totaal 10.908 pleegzorgtrajecten in Vlaanderen. 2222 daarvan werden in de loop van 2022 nieuw opgestart. Het aantal unieke, nieuw opgestarte pleegzorgplaatsingen op één jaar steeg zo tegenover 2017 met 41,71 procent, dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg bij Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits. Hoewel in alle provincies sprake is van een toename, gaan achter de cijfers toch wel grote provinciale verschillen schuil. Zo is het aantal jaarlijks nieuw opgestarte pleegzorgplaatsingen in West-Vlaanderen meer dan verdubbeld tussen 2017 en 2022, terwijl er in de provincie Antwerpen slechts sprake is van een stijging van 10 procent in die periode. “Wat de reden is voor deze verschillen is onduidelijk”, aldus Schryvers. Zij pleit ervoor om in alle regio’s in gelijke mate te blijven inzetten op deze vorm van hulpverlening “De opvang in een pleeggezin is, zeker voor jonge kinderen, vaak veel meer aangewezen is dan een verblijf in een jeugdinstelling”, zo zegt zij.

Pleegouders geven kinderen, jongeren of volwassenen die tijdelijk niet meer thuis kunnen blijven, opvang in hun eigen gezin. Ze doen dat op vrijwillige basis en zonder de plaats van die ouders in te nemen. “Met het Pleegzorgdecreet hebben we pleegzorg een heel duidelijke plaats in het jeugdhulpverleningslandschap gegeven”, aldus Vlaams parlementslid Katrien Schryvers, “Als een uithuisplaatsing nodig is, hebben kinderen en jongeren meestal de beste ontwikkelingskansen in een gezin.”

Stijging van 41,71 procent

Sinds de inwerkingtreding van het Pleegzorgdecreet op 1 januari 2014 worden er jaar na jaar meer pleegzorgtrajecten gestart. Zo werden in 2017 bijvoorbeeld 1568 unieke pleegzorgtrajecten opgestart. In 2022 waren dat er maar liefst 2222, of 654 meer. “Dat is een stijging van 41,71% op vijf jaar tijd”, berekende Schryvers, die de cijfers bekwam uit parlementaire vragen. 

In het merendeel van de gevallen vormt pleegzorg een onderdeel van een jeugdhulpverleningstraject of van voortgezette jeugdhulp voor meerderjarigen (JH). Vorig jaar startten zo 2145 dossiers op (96,5%). In 2018 werd de leeftijd waarvoor pleegzorg via jeugdhulp mogelijk is, opgetrokken van 21 tot 25 jaar. Pleegzorgtrajecten voor pleeggasten of meerderjarigen zijn gericht op (jong)volwassenen met een handicap of met psychiatrische problemen (volw). Vorig jaar registreerde men zo 77 nieuwe dossiers (3,5%).

Provinciale verschillen

“Als we echter de cijfers per provincie bekijken, zien we dat er toch wel onderlinge verschillen zijn voor wat betreft de stijging in het aantal nieuwe pleegzorgdossiers”, stelt Schryvers vast. “Zo kende het aantal trajecten dat jaarlijks werd opgestart in West-Vlaanderen een opvallende stijging, van maar liefst 104,21% sinds 2017. Ook in de andere provincies zien we tussen 2017 en 2022 een duidelijke toename, met ook in Limburg een stijging met meer dan de helft, nl. 66,23%. In de provincie Antwerpen daarentegen steeg het totaal aantal nieuwe trajecten ‘slechts’ met 10,38%. Als we focussen op de stijging van 2021 naar 2022 zien we een globale stijging van 17,19%, met ook hier toch wel opmerkelijke provinciale verschillen, gaande van 30% in West-Vlaanderen tot 1,98% in Oost-Vlaanderen.”

“Het is een goede zaak dat er elk jaar meer kinderen en jongeren een warme plek vinden binnen een pleeggezin”, vindt Schryvers, “Het is echter niet duidelijk waarom de stijging in de ene provincie zoveel groter is dan in de andere. Het lijkt me aangewezen om de oorzaken hiervan verder te onderzoeken. Zo kunnen eventueel bijkomende gerichte acties worden ondernomen. Het blijft immers belangrijk om in alle regio’s in gelijke mate aandacht te besteden aan de voordelen van pleegzorg en het werven van pleegouders.”

Nieuws

Chatbox Nupraatikerover.be mist 20 chatoproepen per dag - Bereikbaarheid moet omhoog!

In 2024 drukten 7.001 unieke contactnemers op de chatknop van Nupraatikerover.be wanneer er geen beantwoorders beschikbaar waren. Dat waren er maar liefst 1.060 meer dan in 2023, zo blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg. Tegelijk steeg het aantal effectieve gesprekken van gemiddeld 102 per maand in 2023 tot gemiddeld 117 per maand in 2024. “Elke gemiste chatoproep is een falen in de hulpverlening. In tijden waarin de jeugdhulp onder serieuze druk staat en kampt met wachtlijsten moeten we er alles aan doen om jongeren al vanaf het eerste signaal te helpen. De bereikbaarheid van de hulplijn moet absoluut omhoog.”

 

Scholen haken af voor project rond gezond eten op school wegens planlast

Amper 89 scholen schreven zich dit schooljaar in voor het project Snack & Chill, dat gezond eten promoot en gezonde snacks uitdeelt in Vlaamse scholen, zo blijkt uit nieuwe informatie die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers (cd&v) opvroeg.  Wanneer in het schooljaar 2022-2023 nog 139 scholen intekenden op het project, zijn dat er dit schooljaar nog maar 89. ”Het gaat in dalende lijn. Voor scholen is het momenteel alle hens aan dek: denk aan de nieuwe minimumdoelen, de Digisprong, nieuwe regelgeving… Daarbovenop komt nog een enorm lerarentekort en vallen steeds meer directeurs uit. Voor scholen is er dan weinig ruimte over om ook nog gezonde snacks aan te bieden”, zegt Schryvers.

8.000 gezinnen moesten vorig jaar hun schooltoeslag terugbetalen

Vorig schooljaar moesten de gezinnen van meer dan 8.000 leerlingen de schooltoeslag terugbetalen, omdat de leerling in kwestie te vaak onwettig afwezig was geweest van school. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg. Volgens Schryvers is het belangrijk om die leerlingen goed op te volgen: “Het terugvorderen van de schooltoeslag moet altijd samengaan met opvolging via een traject: waarom is die leerling zo vaak afwezig? Is er in dat gezin iets aan de hand? Vandaag varen we blind: we weten niet hoeveel trajecten werden opgestart en welke impact de terugvordering heeft op die gezinnen. Vooraleer we daarop zicht hebben is een verstrenging niet wenselijk.”