Dankzij aanpassing decreet genieten dit schooljaar bijkomend 377 pleegkinderen van schooltoeslag

Publicatiedatum

Auteur

Katrien Schryvers

Deel dit artikel

Het aantal leerlingen uit het kleuter-, lager en secundair onderwijs dat omwille van een plaatsing in een pleeggezin een schooltoeslag geniet, is op acht schooljaren tijd met maar liefst 78,7 procent toegenomen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers bekwam in antwoord op parlementaire vragen. Dat sinds twee schooljaren door een voorstel van decreet van Schryvers ook kinderen die van pleeggezin veranderen kunnen genieten van de schooltoeslag, maakt voor dit schooljaar alleen al een verschil voor 377 pleegkinderen, leidt Schryvers af uit het antwoord van minister voor welzijn Hilde Crevits.

Voor kinderen en jongeren die tijdelijk niet meer in het eigen gezin kunnen blijven, is pleegzorg de eerste te overwegen hulpverleningsvorm. Sinds het decreet van 2012, waarvan Vlaams parlementslid Katrien Schryvers de hoofdindiener was, krijgen pleegouders heel wat bijkomende ondersteuning. Dat heeft mee gezorgd voor een aanzienlijke stijging van het aantal pleeggezinnen en pleegzorgsituaties.

Zo bepaalt het decreet dat pleegkinderen automatisch recht hebben op een volledige schooltoeslag of selectieve participatietoeslag, wanneer het pleegkind ten minste een jaar in een pleeggezin verblijft. Sedertdien neemt het aantal pleegkinderen dat automatisch recht heeft op die volledige schooltoeslag jaar na jaar toe, en dat is volgens Schryvers goed nieuws. “Oplopende studiekosten mogen immers geen beletsel vormen om de pleegzorg voort te zetten”, aldus het parlementslid, “Daarom hebben we vanaf het schooljaar 2014-2015 beslist om alle pleegkinderen en -gasten die langer dan een jaar in een pleeggezin verblijven, automatisch recht te geven op een volledige schooltoeslag.” Sinds het schooljaar 2019-2020 maakt de schooltoeslag deel uit van het Groeipakket en spreekt men ook over selectieve participatietoeslag.

Sterkste stijging sinds invoering

Sinds het in werking treden van deze ondersteuningsmaatregel is het aantal pleegkinderen en -gasten die schoollopen in het basis- of secundair onderwijs en voor wie een schooltoeslag of een selectieve participatietoeslag wordt toegekend, gestegen met maar liefst 78,7 procent, nl. van 2.682 in het schooljaar 2014-2015 tot 4.794 in het schooljaar 2022-2023.

Opvallend is de grote stijging dit schooljaar, en dit voor alle onderwijsniveaus. Tegenover het schooljaar 2021-2022 werden voor het schooljaar 2022-2023 niet minder dan 706 schooltoeslagen meer toegekend, een stijging van maar liefst 17%.

Bijkomend 377 pleegkinderen krijgen schooltoeslag dankzij aanpassing decreet

Eén van de elementen die daarin meespelen, is zeker de aanpassing van de regelgeving die in 2021 op initiatief van Schryvers werd goedgekeurd. Die zorgt er voor dat ook wanneer het pleegkind van pleeggezin verandert, het recht op studiefinanciering blijft gelden. Voorheen kon de schooltoeslag enkel worden toegekend als het pleegkind minstens een jaar in hetzelfde pleeggezin verbleef. Vanaf 1 september 2021 is het recht op de selectieve participatietoeslag echter ook gegarandeerd wanneer een pleegkind in de loop van het schooljaar van pleeggezin verandert, maar de pleegzorg in totaal wel minstens een jaar duurt.

Het gevolg van deze aanpassing van het decreet werd meteen voelbaar. Hierdoor kregen vorig schooljaar 226 bijkomende pleegkinderen een schooltoeslag toegekend. Dit schooljaar gaat het over maar liefst 377 extra pleegkinderen. “Deze kleine ingreep in de regelgeving maakt dus echt een verschil voor heel wat pleeggezinnen. In totaal zorgde deze aanpassing al voor een schooltoeslag voor 603 pleegkinderen extra”, concludeert Schryvers tevreden, “En dat is meer dan terecht. Mensen die als pleeggezin hun huis en hun hart openstellen voor kinderen en jongeren in moeilijke thuissituaties verdienen niet enkel veel respect, maar ook concrete ondersteuning.”

Nieuws

Drie maanden wachten om afspraak te krijgen bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen

Gemiddeld 97 dagen duurde het vorig jaar vooraleer een aanvrager een afspraak kreeg bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen. Dat is bijna een maand langer dan de gemiddelde wachttijd in 2023. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat moet toch korter kunnen”, vindt Schryvers, “Een gebrek aan mobiliteit betekent immers vaak ook een gebrek aan kansen, en dat moeten we zo veel mogelijk vermijden.”

Gendergelijke vertegenwoordiging is ook op lokaal niveau een absolute noodzaak

Vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in de Vlaamse gemeenteraden én schepencolleges. Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag op 8 maart vraagt Vrouw & Maatschappij, de vrouwenbeweging van cd&v, de Vlaamse regering om werk te maken van een strenger genderquotum in de schepencolleges, naar het voorbeeld van Wallonië. Daar geldt al sinds 2012 de regel dat minstens één derde van de leden van een verschillend geslacht moet zijn in het schepencollege. "Tijd dat Vlaanderen die stap ook zet," klinkt het bij V&M-voorzitter Lynn Callewaert.

 

Meer dan 1 op 4 trams in Antwerpen niet toegankelijk voor mensen met beperking

De Lijn heeft haar doelstelling met betrekking tot de toegankelijkheid van de tramvloot niet gehaald. Vooral Antwerpen is met 71,8% toegankelijke trams nog veraf van de doelstelling van 85% trams die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dat vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat betekent dat maar liefst 28% of meer dan een kwart van de trams die er in Antwerpen en omgeving rondrijden niet toegankelijk is”, aldus Schryvers, “Er is dus nog een lange weg te gaan om de eerdere doelstelling te behalen.” Schryvers roept op om hier toch zo snel mogelijk werk van te maken. “Toegankelijk openbaar vervoer is een belangrijk element voor inclusie van mensen met een beperking”, aldus het parlementslid.