Graag meer koppelkamers in woonzorgcentra

Publicatiedatum

Auteur

Katrien Schryvers

Deel dit artikel

Al 55 woonzorgcentra in Vlaanderen bieden de mogelijkheid aan een zelfredzame partner van een bewoner om ook in het woonzorgcentrum te verblijven. In totaal gaat het over 246 plaatsen, zo blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg bij Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits. Naar aanleiding van Valentijn roept Schryvers woonzorgcentra op om hier nog meer werk van te maken. Zeker bij nieuwbouw of renovatiewerken zou de reflex voor het creëren van zogenaamde koppelmakers moeten worden gemaakt. Zo worden oudere koppels omwille van de zorgnood van één van hen niet tegen wil en dank gescheiden.  Daarenboven stelt Schryvers voor om dezelfde mogelijkheid aan te bieden in centra voor kortverblijf.

Makkelijker samenblijven op de oude dag

Sinds 2017 kunnen woonzorgcentra aan hun bewoners de mogelijkheid bieden om hun partner mee te laten verhuizen naar het woonzorgcentrum, ook al is die partner nog relatief zelfredzaam. Het woonzorgcentra verwelkomt de partner bovenop het erkende aantal woongelegenheden.

De gezonde partner betaalt enkel de zogenaamde ‘hotelkost’, maakt geen gebruik van de zorg en wordt niet meegerekend bij de bepaling van de personeelsomkadering. “Op die manier kunnen mensen op hun oude dag toch samenblijven, ook als één van hen zwaar zorgbehoevend is”, vertelt Vlaams parlementslid Katrien Schryvers. Schryvers schreef vorige legislatuur al mee aan de zogenaamde “Valentijnsnota” waarin cd&v-volksvertegenwoordigers de problematiek aankaartten waarbij oudere koppels vaak noodgedwongen gescheiden worden wanneer één van hen moest verhuizen naar een residentiële voorziening. Vandaag kiezen woonzorgcentra zelf of ze de mogelijkheid aanbieden. “De accommodatie moet dit toelaten. Vaak gaat het over kamers die leeg staan of zeer ruime kamers waar twee personen samen verblijven”, legt Schryvers uit.

Aanbod stabiliseert

Sinds het moment dat de mogelijkheid werd gecreëerd, gingen er jaar na jaar meer woonzorgcentra hierop in. In mei 2018 hadden vijf voorzieningen woongelegenheden aangemeld voor het verblijf van zelfredzame personen. Een jaar later was het aanbod aangegroeid tot 162 aangemelde woongelegenheden in 32 verschillende woonzorgcentra.

Op 31 december 2022 waren er in heel Vlaanderen 246 woongelegenheden voor het verblijf van zelfredzame personen, verspreid over 55 voorzieningen, zo vernam Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag aan minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v). De laatste twee jaar lijkt het aanbod zich wat te stabiliseren, maar het Agentschap Zorg en Gezondheid ontvangt periodiek nog altijd vragen over de administratieve en infrastructurele eisen daaromtrent. Zeker bij woonzorgcentra die verbouwingswerken plannen. “De woonzorgcentra blijven interesse tonen voor de mogelijkheid om hun bewoners zolang mogelijk bij hun geliefde te laten wonen. Dat betekent dat zij de vraag wellicht ook krijgen”, zegt Schryvers. “We moeten de mogelijkheid meer bekend maken, zodat woonzorgcentra die denken aan nieuwbouw of verbouwingswerken veel meer de reflex maken om een of meerdere koppelkamers te voorzien.”

Slechts 18 plaatsen in Limburg en Vlaams-Brabant

Met 92 plaatsen in 22 woonzorgcentra is het aanbod het grootst in West-Vlaanderen. Op de tweede plaats staat provincie Antwerpen met 60 kamers voor zelfredzame partners in 17 verschillende woonzorgcentra. Limburg en Vlaams-Brabant daarentegen kennen tot op heden slechts een zeer beperkt aanbod, stelt Schryvers vast.  “Wie daar als zelfredzame oudere zijn of haar partner naar een woonzorgcentrum wil volgen, heeft er veel minder gelegenheid toe dan in andere provincies en dat is natuurlijk jammer,” vindt Schryvers, “De cijfers uit de andere provincies tonen immers aan dat de mogelijkheid toch voldoet aan een maatschappelijke vraag.”

Ook in centra voor kortverblijf

Ook wanneer een verhuis naar een woonzorgcentrum nog niet aan de orde is, kan het zijn dat er tijdelijk extra zorg nodig is. Daarvoor kunnen ouderen voor een periode tot 60 opeenvolgende dagen terecht in een centrum voor kortverblijf. “Ook dan kan het de wens zijn van partners om zoveel mogelijk samen te blijven”, zegt Schryvers, “Daarom, en gezien het feit dat het kortverblijf op veel plaatsen helemaal geïntegreerd is in een woonzorgcentrum, zou het me goed lijken als we de mogelijkheid van koppelkamers zouden uitbreiden naar het kortverblijf.”

Samen tot de dood ons scheidt

Met haar voorstel breekt Schryvers opnieuw een lans voor het recht op gezinsleven van ouderen. “De zorgbehoevendheid van één partner mag niet leiden tot een gedwongen scheiding van koppels die meestal al jaar en dag lief en leed delen. Iedereen heeft recht op een gezinsleven, ook wie ouder is en zorg nodig heeft”, zo besluit ze,” Laat de liefde tussen mensen primeren en niet het feit of je thuis woont, opgenomen bent in kortverblijf of definitief bent verhuisd naar een woonzorgcentrum bepalen of je samen kan zijn met je partner.”

Nieuws

De 24 chauffeurs van Handicar Zoersel verzorgde in 2023 maar liefst 8298 ritten

Handicar Zoersel draait goed en dat is een goede zaak voor mensen die omwille van een mobiliteitsbeperking geen gebruik kunnen maken van het geregeld openbaar vervoer. Vorig jaar reden de 24 vrijwillige chauffeurs in totaal 123.129 om deze mensen van hun huis naar een hobby, familiebijeenkomst, dokter… te brengen. Zoersels schepen voor sociale zaken Katrien Schryvers, die als Vlaams parlementslid ook de commissie Welzijn opvolgt, is tevreden.

Kartel cd&v+Vooruit Zoersel stelt eerste kandidaten voor

Dat in Zoersel cd&v en Vooruit in kartel naar de lokale verkiezingen van oktober gaan, werd een aantal maanden geleden al bekendgemaakt. Nu gaf het Zoersels kartel cd&v+Vooruit ook de eerste namen en plaatsen vrij. Katrien Schryvers, schepen en Vlaams parlementslid zal de lijst trekken terwijl schepen Luc Kennis de plaats van lijstduwer zal innemen. Vooruit-kandidate Els Opdenbergh komt op plaats 3 en de jonge Bert Somers trekt voor Vooruit de tweede kolom op plaats 15.

Bijna 4000 doorgeefschenkingen sedert invoering

Sinds 1 september 2018 schonken al 3857 erfgenamen het geheel of een deel van wat ze zelf in rechte lijn erfden, door aan hun kinderen of kleinkinderen. Zo werd al aan 7330 begunstigden een totaal vermogen van 1,159 miljard doorgeschonken. Meestal gaat het daarbij om onroerende goederen. Dat vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op parlementaire vragen. “De doorgeefschenking is duidelijk een schot in de roos”, aldus Schryvers, die bij de hervorming van de erfbelasting in 2018 zelf mee de aanzet gaf om de erfenissprong op deze manier flexibeler te maken.