Nooit eerder ontving de Vlaamse Belastingsdienst zoveel aangiften in de erfbelasting waarbij (ook) een testamentaire erfopvolger werd aangeduid dan in 2022. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg in een parlementaire vraag. Schryvers ziet een verklaring in de aanpassingen aan het erfrecht en de erfbelasting sinds 1 september 2018, maar ook in maatschappelijke evoluties zoals gezinsverdunning en meer nieuw-samengestelde gezinnen.
In 2022 registreerde de Vlaamse belastingdienst 58.955 dossiers met een aangifte van een nalatenschap. Dat blijkt uit parlementaire vragen van Vlaams parlementslid Katrien Schryvers. Voor één nalatenschap kunnen meerdere aangiften worden ingediend. Zo werden vorig jaar 64.038 aangiften ingediend. Dat aantal ligt in lijn met de voorgaande jaren, met uitzondering van coronajaar 2020, toen er 66.393 dossiers geteld werden.
In één aangifte kunnen verschillende erfgenamen zijn opgenomen. In de eerste plaats de familieleden die erven volgens de regels van het erfrecht, maar het kan ook zijn dat iemand per testament (nog) andere personen heeft aangeduid om een stuk van zijn nalatenschap aan toe te kennen. Eén aangifte kan zowel niet-testamentaire als een testamentaire opvolgers bevatten. Uit de cijfers die Schryvers opvroeg blijkt dat er sinds 2018 vaker voor wordt gekozen om ook niet-testamentaire erfgenamen aan te duiden. In 2018 ging het om 7.791 aangiften op een totaal van 65.805, dus in 11,8% van de gevallen, terwijl het vorig jaar ging om 8.458 aangiften op 64.038, dus in 13,2% van de gevallen.
|
2018
|
2019
|
2020
|
2021*
|
2022
|
Aantal dossiers met een aangifte
|
56.756
|
55.722
|
61.415
|
53.814
|
58.955
|
Aantal aangiften
|
65.805
|
63.428
|
66.393
|
58.403
|
64.038
|
aantal aangiften met testamentaire erfopvolger
|
7.791
|
7.363
|
8.158
|
7.679
|
8.458
|
|
11,84%
|
11,61%
|
12,29%
|
13,15%
|
13,21%
|
aantal aangiften met niet-testamentaire erfopvolger
|
60.372
|
58.544
|
61.172
|
53.546
|
58.738
|
|
91,74%
|
92,30%
|
92,14%
|
91,68%
|
91,72%
|
*Cijfers wellicht niet volledig.
Het aandeel aangiften met niet-testamentaire erfopvolgers blijft doorheen de jaren nagenoeg gelijk. “Dit wijst er op dat steeds meer mensen, naast de reservataire erfgenamen of andere familieleden ook andere personen of organisaties begunstigen na hun overlijden”, aldus Schryvers.
Hervormingen van 2018
Voor nalatenschappen die openvielen vanaf 1 september 2018 gelden op basis van de modernisering van het erfrecht onder impuls van voormalig minister Koen Geens een aantal andere regels met betrekking tot het erfrecht dan voor nalatenschappen die openvielen voor die datum. “Zo is sindsdien onder meer het deel van de nalatenschap dat naar de reservataire erfgenamen moet gaan, kleiner geworden en dus het vrij beschikbaar deel groter. “Dat betekent dat men vrijer over zijn vermogen kan beschikken en dus meer kan kiezen wie een stuk krijgt”, legt Schryvers uit.
Ook op Vlaams niveau is vanaf diezelfde datum de erfbelasting op een aantal vlakken verlaagd. Zo is de zogenaamde ‘vriendenerfenis’ gecreëerd. Dat betekent dat men maximum 15.000 euro kan nalaten aan een vriend aan het meest gunstige tarief van de erfbelasting, nl. 3%.
“Deze vernieuwingen in combinatie met maatschappelijke evoluties zoals gezinsverdunning en het toenemen van het aantal nieuw-samengestelde gezinnen, maken wellicht dat steeds meer mensen kiezen om een testament op te stellen en zelf te kiezen wie een deel van hun nalatenschap krijgt”, aldus Schryvers, “Het lijkt er dus op dat de grotere keuzevrijheid die werd gecreëerd, meer en meer wordt benut.”