Aantal Sociale Huisvestingsmaatschappijen dat inzet op onderbezettingsvergoeding op drie jaar tijd meer dan verdubbeld

Publicatiedatum

Auteur

Katrien Schryvers

Deel dit artikel

Wanneer huurders van een sociale woning te groot wonen maar niet willen verhuizen naar een kleinere woning, kan de sociale huisvestingsmaatschappij (SHM) – intussen omgevormd tot woonmaatschappij – een onderbezettingsvergoeding aanrekenen. In 2019 waren er 21 SHM die hun huurders zo’n vergoeding oplegden. In 2022 ging het al om 40 SHM, zo blijkt uit een parlementaire vraag van Katrien Schryvers (cd&v) aan de Vlaamse minister voor Wonen. In 2022 werd er in totaal 1.941 keer een onderbezettingsvergoeding aangerekend, terwijl dat in 2021 1.311 keer gebeurde. Schryvers wijst erop dat inzetten op begeleiding en ondersteuning de verhuisbereidheid bij sociale huurders ook op een positieve manier kan aanmoedigen.

Rationele bezetting

Bij de toekenning van sociale woningen gelden een aantal regels. Zo geldt de volgorde van de wachtlijst, het profiel van de kandidaat-huurder en het lokaal toewijzingsreglement. Bij de toewijzing van een woning kijkt men ook naar de ‘rationele bezetting’. Zo zal een alleenstaande geen woning met drie slaapkamers aangeboden krijgen.

“Een huurder kan echter te groot of te klein wonen volgens deze rationele bezetting, bijvoorbeeld doordat doorheen de jaren de kinderen die initieel inwoonden bij de ouders, verhuisden”, vertelt Vlaams parlementslid Katrien Schryvers, “Dan is de grootte van de woning niet meer afgestemd op het aantal personen dat er woont of op de fysieke toestand van de huurder(s).” Als de maatschappij een andere woning ter beschikking heeft die qua grootte wel overeenstemt met de noden van de huurder(s), zal deze huurder voorrang krijgen om naar die woning te verhuizen.”

In de afgelopen zes jaar werd er jaarlijks bij meer dan 3000 toewijzingen een regeling rond rationele bezetting toegepast, zo bleek uit cijfers die Schryvers opvroeg. In 2021 lag dat cijfer nog het hoogst sinds 2017, met 3.673 toewijzingen. In 2022 werden dan weer het minst aantal verhuisbewegingen omwille van rationele bezetting geregistreerd in zes jaar tijd, nl. 3.170.

 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Verhuis o.w.v. rationele bezetting

3.630

3.278

3.470

3.269

3.673

3.170

 

Onderbezettingsvergoeding

Aan huurders die te groot wonen en tot twee keer toe een aanbod van een nieuwe woning weigeren, kan de sociale huisvestingsmaatschappij – nu de woonmaatschappij – een onderbezettingsvergoeding opleggen. In 2022 bedroeg die vergoeding 32 euro per maand, per slaapkamer te veel. In 2023 gaat het om 35 euro per maand per slaapkamer te veel. In 2024 zullen de regels nog strenger worden. Dan zal de vergoeding worden berekend als percentage (15%) van de huurprijs, wat gemiddeld zal neerkomen op 57 euro per maand per slaapkamer. Ook zullen koppels niet meer als twee personen worden geteld. Dat betekent dat een koppel te groot zal wonen vanaf drie slaapkamers en niet vanaf vier, zoals nu het geval is. Men mag immers maximaal één slaapkamer meer hebben dan het aantal personen dat in de woning woont. Nog een aanpassing is dat de onderbezettingsvergoeding al kan worden opgelegd na een eerste weigering van de huurders om te verhuizen naar een meer aangepaste woning.

Het komt de maatschappijen toe een afweging te maken of zij deze vergoeding al dan niet aanrekenen. In antwoord op haar parlementaire vraag naar een overzicht van de aangerekende onderbezettingsvergoedingen kreeg Schryvers een lijst van 40 Vlaamse SHM’s die hier in 2022 toepassing van maakten. In 2021 waren dat er 38 en in 2019 nog maar 21. Er is dus sprake van een verdubbeling op drie jaar tijd.

Verhuisbereidheid

“De woonmaatschappijen kunnen op basis van de kenmerken van hun woningbestand, de kenmerken van de kandidaat-huurders van hun wachtlijst en de druk op bepaalde woningmarktsegmenten zelf beslissen of er een noodzaak tot verhuis is, en of ze een aanbod voor een andere woning gaan doen”, aldus Schryvers, “Zo kan het zijn dat er maar weinig alternatieven in de omgeving zijn en de woonmaatschappijen dus geen ander aanbod kan doen, ook al woont een huurder te groot. Soms wonen bijvoorbeeld oudere huurders ook al vele jaren in dezelfde huurwoning en wil de woonmaatschappij hen niet dwingen nog te verhuizen.”

“Vanzelfsprekend is een zo goed mogelijke afstemming tussen de huurders en de soort woning belangrijk en biedt dat voordelen voor alle betrokkenen. Huurders die te groot wonen en verhuizen, kunnen zo mogelijk besparen op de huurprijs. De woonmaatschappijen zullen op hun beurt meer wachtenden een zo gepast mogelijke woning kunnen aanbieden”, aldus Schryvers, “Dat hoeft niet altijd (dadelijk) gepaard te gaan met boetes. Door een goed alternatief aanbod, het benadrukken van de positieve aspecten en het voorzien van de nodige begeleiding en ondersteuning, is er op het vlak van verhuisbereidheid zeker veel mogelijk.”

 

Dit artikel werd ook opgenomen op de website van Het Nieuwsblad.

Nieuws

Provincie Antwerpen telt 40.000 geregistreerde mantelzorgers

Op 31 december 2024 waren er in de provincie Antwerpen maar liefst 40.025 mantelzorgers geregistreerd. Daarmee telt onze provincie ruim een vijfde (22,3%) van alle mantelzorgers die als dusdanig in 2024 geregistreerd werden in het kader van de Vlaamse Sociale Bescherming. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers bekwam in antwoord op een parlementaire vraag. Het mantelzorgen blijft wel een vrouwelijke aangelegenheid. Bijna twee derde van de mantelzorgers is een vrouw. Schryvers pleit ervoor om goede praktijken rond een gericht mantelzorgbeleid te delen tussen lokale besturen. “De zorg die mantelzorgers bieden is onbetaalbaar, zij verdienen dan ook de best mogelijke ondersteuning”, vindt zij.

Enorm verloop bij directies van woonzorgcentra

Van de 818 Vlaamse woonzorgcentra kregen er in de eerste helft van 2024 maar liefst 140 een nieuwe directeur. In dezelfde periode werd in 124 woonzorgcentra het contract van de directeur beëindigd. Dat blijkt uit nieuwe informatie die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg. “Deze cijfers zijn echt onthutsend", vindt zij, "Op een half jaar tijd kreeg dus meer dan één op zes woonzorgcentra een nieuwe directeur.” Dat heeft ook een impact op de dagelijkse werking van het woonzorgcentrum. Een groot verloop bij de directies is natuurlijk niet bevorderlijk voor de continuïteit van het beleid.”

Bijna 1000 plaatsen herstelverblijf dreigen op 1 januari verloren te gaan

Zonder tussenkomst van de minister dreigen op 1 januari bijna 1.000 plaatsen voor herstelverblijf verloren te gaan. Na een hospitalisatie of ernstige ziekte kunnen patiënten in een herstelbedrijf revalideren en werken aan zelfredzaamheid. Vlaams Parlementslid Katrien Schryvers trekt aan de alarmbelen doet een voorstel tot bijsturing. “Indien de huidige voorwaarden ongewijzigd blijven, dreigen vanaf 1 januari 2026 130 centra voor herstelverblijf met in totaal bijna 1000 plaatsen te verdwijnen”, stelt Schryvers, “Dit mag echt niet gebeuren. Voor patiënten is dit géén overbodige luxe, we hebben elke plaats meer dan nodig. In een context waarin de zorg- en ondersteuningsnoden almaar toenemen, is het verloren laten gaan van capaciteit gewoonweg onverantwoord.”