In 2023 werd bijna 1,85 miljard euro aan erfbelasting ingekohierd, zo blijkt uit een parlementaire vraag van Vlaams parlementslid Katrien Schryvers (cd&v). Dat is zo’n 95 miljoen euro meer dan in 2022 en opnieuw een recordbedrag. “Vergeleken met 2019 werd er in 2023 31,5 procent meer aan erfbelastingen ingekohierd”, aldus Schryvers. Cd&v wil de vrijstelling voor partners de volgende legislatuur verhogen. “Partners die gehuwd zijn of wettelijk samenwonen hebben immers doorheen de jaren samen als gezin gewerkt en een vermogen opgebouwd. Door het verhogen van de vrijstelling zullen ook mensen die geen gezinswoning meer hebben, niet of alleszins veel minder belast worden wanneer hun partner overlijdt.”
Wie erft, moet op die erfenis belasting betalen. Hoeveel erfbelasting dat is, hangt af van de graad van verwantschap met de overledene, de omvang van de nalatenschap en de samenstelling van de erfenis (roerend en onroerend goed). Erfbelastingen vormen een belangrijke bron van inkomsten voor Vlaanderen. In 2023 werd door de Vlaamse belastingdienst zo een bedrag van 1,849 miljard euro ingekohierd, zo vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag.
Recordbedrag
De voorbije jaren stegen de ontvangsten uit erfbelasting jaar na jaar. In 2021 werd zelfs een toename van 18% op het totaal ingekohierde bedrag genoteerd, wat vanzelfsprekend rechtstreeks in verband stond met de coronacrisis. Ook de jaren nadien bleef het ingekohierde bedrag aan erfbelasting verder toenemen, blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Katrien Schryvers opvroeg. In 2023 was er, net als in 2022, opnieuw sprake van een stijging met 95 miljoen euro. Tegenover 2022 is dat een stijging van 5,4%.
“Nooit eerder werd er in een jaar zo’n hoog bedrag aan erfbelastingen ingekohierd”, stelt Schryvers vast, “Tegenover 2019 is er sprake van een stijging met 31,5%.”
Ontvangsten uit erfbelastingen staan rechtstreeks in verband met het aantal overlijdens. Ook in 2022 waren er meer overlijdens dan in de jaren voor corona, en dat liet zich voelen in de erfbelasting. “In 2023 lag het aantal overlijdens in Vlaanderen met 64.659 echter 4,2% lager dan in 2022, toen er 67.528 mensen stierven”, zo leerde Schryvers uit cijfers van Statbel.
Het totaal belastbaar vermogen bedroeg in 2023 14,4 miljard euro of een 100 miljoen euro meer dan in 2022, een stijging van 7,5%.
Tabel: De ingekohierde bedragen aan erfbelasting (in euro) per categorie van erfgenamen
|
2019
|
2020
|
2021
|
2022
|
2023
|
Echtgenoot/samen-wonende partner*
|
155.794.157
|
159.148.053
|
176.339.720
|
189.284.463
|
206.254.281
|
Rechte lijn
|
494.770.064
|
513.487.139
|
667.987.445
|
724.110.929
|
688.692.737
|
Broer/zus
|
214.913.221
|
205.016.398
|
256.272.658
|
250.918.586
|
261.096.339
|
Anderen
|
519.040.588
|
497.902.533
|
532.420.500
|
585.143.709
|
685.874.135
|
Legaat 6,6%**
|
17.179
|
|
35.974
|
|
|
Legaat 8,8%**
|
50.183
|
51.149
|
11.056
|
101.590
|
|
Legaat 8,5%
|
21.643.653
|
29.424.978
|
26.062.151
|
3.953.724
|
7.040.672
|
Onbekend***
|
61.822
|
1.437
|
2.790
|
|
|
Totaal
|
1.406.290.867
|
1.405.031.687
|
1.659.132.293
|
1.753.513.000
|
1.848.958.164
|
*Met vrijstelling gezinswoning.
**De tarieven van 6,6% en 8,8* hebben nog betrekking op dossiers uit aanslagjaar 2011, 2012 of 2013.
***Het bedrag kon niet gekoppeld worden aan een bepaalde categorie van erfgenaam en datum van overlijden
Tabel: Totaal aangegeven vermogen (in euro) in de originele aangiftes, per jaar van inkohiering *
|
2019
|
2020
|
2021
|
2022
|
2023
|
Belastbaar vermogen
|
11,3 miljard
|
11,9 miljard
|
13,2 miljard
|
13,4 miljard
|
14,4 miljard
|
*Vermogens uit historische aangiftes en bijkomend aangegeven vermogen uit verbeterde of ambtshalve aangiftes zijn niet openomen in deze tabel.
Vrijstelling voor de langstlevende partner
Uit de cijfers blijkt dat ook de ingekohierde erfbelasting op wat partners van elkaar erven in 2023 ruim 206 miljoen euro bedroeg, zo’n 17 miljoen euro meer dan in 2022. In het verleden werd op initiatief van cd&v de gezinswoning vrijgesteld van erfbelasting en in 2018 werd ook een voetvrijstelling ingevoerd op de eerste 50.000 euro roerende goederen die partners van elkaar erven.
Niet iedereen heeft echter een gezinswoning, maar misschien wel spaarcenten. Daarenboven gebeurt het dat oudere mensen hun grote gezinswoning verkopen en verhuizen naar een kleinere woning, appartement of serviceflat, die meer aangepast is aan hun noden. In dat geval zal de verkoopprijs van de woning tot het actief van de nalatenschap worden gerekend. De langstlevende partner zal bijgevolg erfbelasting moeten betalen op het verkoopbedrag van het huis. Als de woning daarentegen niet verkocht was geweest, was de waarde ervan onbelast gebleven.
Daarom heeft cd&v in haar verkiezingsprogramma opgenomen om de erfbelasting op roerende erfenissen tussen partners verder te verlagen. “Het verlies van een partner of echtgenoot heeft een grote impact. Het brengt veel verdriet mee en vergt grote aanpassingen in de manier van leven. Dat mensen dan ook nog erfbelasting moeten betalen op wat ze samen hebben opgebouwd, wordt als onrechtvaardig aangevoeld”, zegt Schryvers daarover. “Door verdere vrijstelling van de erfbelasting op roerende erfenissen willen we partners minder belasten en meer gelijkheid creëren tussen wie wel of geen gezinswoning heeft.”