Tussen april en augustus van dit jaar werden 171 niet-begeleide minderjarigen uit Oekraïne opgevangen in een pleeggezin. Dat vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag aan Hilde Crevits, Vlaams minister voor Welzijn. Een heel aantal van hen werden intussen hier herenigd met familie of keerden terug naar hun thuisland. Zo verbleven eind augustus nog 116 Oekraïense minderjarigen in pleegzorg. “Dankzij een snelle plaatsing kon voor al deze niet-begeleide kinderen en jongeren die vluchtten voor de oorlog snel een warme opvang gevonden worden”, weet Schryvers.

Het is ondertussen meer dan een halfjaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Als gevolg daarvan ontvluchtten heel wat Oekraïners hun land. Een deel van hen kwam bij ons terecht in Vlaanderen, en onder hen waren ook heel wat niet-begeleide minderjarige vluchtelingen (NBMV). Voor de opvang van deze doelgroep werd resoluut pleegzorg naar voor geschoven. In augustus waren er pleegzorgplaatsingen lopend voor in totaal 163 niet-begeleide minderjarige vluchtelingen uit Oekraïne. De meesten van hen vonden een plek in de provincies Vlaams-Brabant (48) en Antwerpen (45).

april mei juni juli augustus
Antwerpen 35 38 39 38 45
Vlaams-Brabant 25 36 36 48 48
Limburg 17 20 20 20 21
West-Vlaanderen 14 17 21 23 27
Oost-Vlaanderen 13 15 15 20 22
Totaal 104 126 131 149 163

Effectief aantal lopende pleegzorgplaatsingen in een betrokken maand

68 van de kinderen en jongeren voor wie in augustus een pleegzorgplaatsing lopend was, konden binnen het eigen netwerk worden opgevangen.

Directe plaatsing

Voor alle minderjarigen uit Oekraïne die door Fedasil aangemeld werden voor rechtstreekse pleegzorgplaatsing werd ook effectief een plek gevonden via een snelle pleegzorgplaatsing. Dat houdt in dat een kind na aankomst in België slechts de tijd die nodig is voor het uitvoeren van de medische checks en het aanstellen van een voogd in een federaal opvanginitiatief verblijft. Daarna wordt hij of zij onmiddellijk naar pleegzorg en een pleeggezin toegeleid. “Het verschil met gewone plaatsing in pleegzorg is dat het kind hier in een pleeggezin wordt geplaatst, zonder dat er een voorafgaande kennismaking of matching is gebeurd,” zegt Schryvers, “Na twee weken wordt geëvalueerd of een verlenging van de plaatsing is aangewezen. Indien nodig is een residentiële terugval mogelijk. Van de opgestarte trajecten voor Oekraïense kinderen werd slechts voor 2 minderjarigen een beroep gedaan op de residentiële buffer van Minor-Ndako.”

Hereniging

Tot einde augustus werd voor 55 niet-begeleide minderjarige vreemdelingen uit Oekraïne de pleegzorgplaatsing beëindigd. Zo stroomde er in de loop van de maand augustus zelf een aanzienlijk aantal Oekraïense kinderen uit uit pleegzorg. Daarbij keerde een twintigtal kinderen die via een collectieve missie naar Vlaanderen kwamen terug naar Oekraïne. Daarnaast werden een heel aantal kinderen herenigd met hun ouders die ook naar Vlaanderen kwamen. Hierdoor verbleven einde augustus nog 116 Oekraïense niet-begeleide minderjarige vluchtelingen in een pleeggezin.  

“Niet-begeleide minderjarige vluchtelingen zijn kwetsbaar en hebben bijzondere nood aan opvang en begeleiding”, besluit Schryvers, “Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en de komst van Oekraïense vluchtelingen naar Vlaanderen is voor de niet-begeleide minderjarigen resoluut de keuze gemaakt voor pleegzorg. Voor deze kinderen en jongeren, die zich in een heel moeilijke situatie bevinden, kan de geborgenheid en stabiliteit van een gezin immers een groot verschil maken. Het is goed om vast te stellen dat zoveel gezinnen hun huis en hun hart openstelden voor deze kwetsbare groep en dat  al de minderjarigen die conform de afspraken door Fedasil werden aangemeld voor rechtstreekse pleegzorgplaatsingen, ook effectief in een pleeggezin konden worden opgevangen. Geen van deze minderjarigen afkomstig uit Oekraïne, moest daarenboven wachten op de plaatsing in een pleeggezin.”