Het tijdelijk huisverbod, waarbij een (potentiële) dader van intrafamililaal geweld gedurende een korte termijn uit huis kan worden geplaatst, wordt alsmaar meer toegepast. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers (cd&v) kreeg in antwoord op een parlementaire vraag aan Vlaams minister voor Justitie Zuhal Demir (N-VA). De justitiehuizen, die sedert 2020 niet enkel de slachtoffers maar ook de uithuisgeplaatsten begeleiden, ontvangen jaar na jaar meer dossiers. De financiële instabiliteit zet meer druk op gezinnen, wat zich ook uit in meer intrafamiliaal geweld. Terwijl het zwaartepunt van het aantal dossiers de eerste twee jaren vooral in de provincies Antwerpen en Limburg lag, lijkt het tijdelijk huisverbod in de eerste helft van dit jaar ook meer ingang te vinden in de andere provincies. “Dat is zeker goed”, vindt Schryvers, “De mate waarin slachtoffers via deze maatregel thuis kunnen blijven en de dader intussen wordt opgevolgd, mag immers niet afhangen van de plaats waar men woont.”

Strafbare feiten

Sinds een aantal jaren kan een huisverbod worden opgelegd als de aanwezigheid van een meerderjarige persoon in de verblijfplaats een ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die dezelfde verblijfplaats betrekken. Op die manier kan de situatie even ontmijnd worden en kan er, onder begeleiding, gezocht worden naar een structurele oplossing of hulpverlening.

In de praktijk gebeurt het opleggen van een tijdelijk huisverbod voornamelijk wanneer er sprake is van strafbare feiten, vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat kan dan gaan van lichtere feiten tot echt zware vormen van fysiek geweld, voornamelijk in familiale context. Slachtoffers zijn dan vaak partners, (klein)kinderen of (groot)ouders”, aldus Schryvers, “Slechts in uitzonderlijke gevallen wordt het tijdelijk huisverbod opgelegd als preventieve maatregel.”

Steeds meer toegepast

Sinds 2020 worden niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders opgevolgd door de justitiehuizen. Dat eerste jaar ontvingen de Vlaamse justitiehuizen in totaal 217 dossiers tijdelijk huisverbod (THV). In 2021 liep dat op tot 384 dossiers, een stijging met maar liefst 77 procent. Uit de cijfers van de eerste jaarhelft van 2022 is af te leiden dat de stijging zich ook dit jaar verderzet. Tot en met juni ontvingen alle justitiehuizen samen immers al 244 nieuwe dossiers, zo vernam Schryvers, of omgerekend op een half jaar tijd al zo’n 63,5 procent van de nieuwe dossiers over heel 2021. “Dat betekent meer dan 40 nieuwe maatregelen van tijdelijk huisverbod per maand, of bijna 10 per week”, berekende Schryvers.

Beter bekend

Sinds de invoering van het tijdelijk huisverbod bleken er grote regionale verschillen in de toepassing. Vooral in de gerechtelijke arrondissementen Antwerpen en Limburg werd er door de parketten gebruik van gemaakt, terwijl dit in de andere arrondissementen veel minder gebeurde. Schryvers pleitte in dat kader herhaaldelijk voor meer bekendmaking bij de parketten waar het tijdelijk huisverbod nog geen of veel minder ingang vond.

“De cijfers van de eerste jaarhelft van 2022 tonen aan dat het tijdelijk huisverbod nu toch ook in de andere gerechtelijke arrondissementen meer en meer wordt toegepast”, aldus het parlementslid,  “De gerechtelijke arrondissementen Antwerpen en Limburg blijven nog wel steeds de koplopers, maar terwijl de toepassing in die twee regio’s ongeveer op hetzelfde niveau blijft als in 2021, zien we in alle andere gerechtelijke arrondissementen een duidelijke stijging. Vooral in Oost-Vlaanderen wordt er overduidelijk meer gebruik gemaakt van het tijdelijk huisverbod. Waar er in dat gerechtelijk arrondissement in 2021 over het hele jaar sprake was van 31 dossiers, waren er gedurende de eerste zes maanden van 2022 al 52. Als deze trend zich doorzet, komen we uit op meer dan een verdrievoudiging.”

Ook in West-Vlaanderen en Vlaams Brabant is er sprake van een duidelijke toename, maar blijft de toepassing van het tijdelijk huisverbod in absolute cijfers toch nog altijd beperkt. 

Schryvers is tevreden met de evolutie in de toepassing, en vooral over de vaststelling dat het tijdelijk huisverbod ook buiten de gerechtelijke arrondissementen Antwerpen en Limburg steeds meer toepassing vindt. “Met het tijdelijk huisverbod kunnen slachtoffers van intrafamiliaal geweld en vaak ook kinderen in de vertrouwde woning blijven, kan er een afkoelingsperiode worden ingebouwd en kan er gewerkt worden aan een normalisering van de conflictsituatie tussen de verschillende partijen”, stelt het parlementslid, “De mate waarin slachtoffers via deze maatregel thuis kunnen blijven en de dader intussen wordt opgevolgd, mag niet afhangen van de plaats waar men woont.”

Evaluatie

De toepassing van het tijdelijk huisverbod werd recent ook geëvalueerd om na te gaan waar er nog verbeteringen mogelijk zijn, zo vernam Schryvers nog. Een goede zaak, vindt het parlementslid. “Intrafamiliaal geweld is een complexe problematiek. De tijdelijke uithuisplaatsing is een goed middel om een situatie te laten de-escaleren, maar vanzelfsprekend zijn een goede opvolging en samenwerking met o.a. de hulpverlening noodzakelijk opdat dit zou leiden tot duurzame oplossingen”, aldus Schryvers, “Door lessen te trekken uit de ervaringen van de voorbije jaren, kunnen we deze maatregel nog verbeteren en een meer prominente plek geven in de aanpak van huiselijk geweld.”