De voorbije jaren was er een enorme stijging van het aantal nieuwe dossiers bij de Vlaamse diensten slachtofferonthaal. 2021 was al een recordjaar met 8.400 nieuwe dossiers, maar dat record werd in 2022, met 10.395 dossiers, verpulverd. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag aan Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir (N-VA). De stijging komt er onder meer doordat de diensten slachtofferonthaal in veel meer zaken automatisch gevat worden, maar ook doordat het bewustzijn rond het belang van de opvang van slachtoffers is vergroot. “Om alle slachtoffers op een redelijke termijn goed te kunnen helpen, blijft het zeer belangrijk om te voorzien in voldoende capaciteit”, benadrukt Schryvers.
Rechten doen gelden
“Slachtofferonthaal is een belangrijke opdracht van de justitiehuizen”, legt Vlaams parlementslid Katrien Schryvers uit, “Slachtoffers of na(ast)bestaanden van slachtoffers krijgen zo tijdens de hele gerechtelijke procedure, vanaf de indiening van de klacht tot de strafuitvoering, de nodige informatie en bijstand, zodat zij hun rechten kunnen laten gelden.”
In 2022 ontvingen de Vlaamse diensten slachtofferonthaal (DSO) maar liefst 10.395 nieuwe dossiers. Dat is een stijging van 23,73% ten opzichte van 2021 en een stijging van 111% over een periode van vijf jaar.
Tabel: Aantal nieuwe dossiers DSO
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
4925 |
5310 |
6052 |
6678 |
8401 |
10395 |
Meer dan een derde van alle nieuwe dossiers in de provincie Antwerpen
Met 2.260 nieuwe dossiers was het vorig jaar veruit het drukst in het justitiehuis van Antwerpen, zo blijkt ook uit de cijfers die Schryvers opvroeg in een parlementaire vraag. Het justitiehuis van Gent ontving 1.056 nieuwe dossiers. Op de derde plaats staat het justitiehuis van Turnhout met 875 dossiers. Samen werd zo meer dan een derde (35,6%) van alle nieuwe dossiers slachtofferonthaal vorig jaar geregistreerd in de provincie Antwerpen.
Het vaakst (40,67%) wordt de DSO gevat in dossiers die vallen onder de categorie ‘misdrijven tegen personen’, zoals slagen en verwondingen. Samen met de zedenmisdrijven (35,96%) vertegenwoordigen die dossiers drie vierde (75%) van het totaal aantal dossiers van de diensten slachtofferonthaal.
Verplichte vatting
Er zijn verschillende factoren die de stijging van de afgelopen jaren kunnen verklaren.
Zo is er sinds 2020 een systematische vatting van de DSO voor dossiers vanuit de Zorgcentra na Seksueel Geweld waarbij klacht wordt ingediend. Daarnaast worden sinds september vorig jaar de DSO in het kader van de wet betreffende de externe rechtspositie ook automatisch gevat voor bepaalde feiten zoals verkrachtingen. “De uitbreiding van het aantal zaken waarin de diensten slachtofferonthaal automatisch worden ingeschakeld, heeft duidelijk een effect op het aantal dossiers”, stelt Schryvers vast.
Meest bewustzijn
“Daarnaast zijn de parketten zich ook steeds meer bewust van het belang van een goede opvolging en begeleiding van slachtoffers, en dat is een goede zaak”, vervolgt Schryvers, “Zo zetten ze enerzijds meer in op een nauwere toepassing en opvolging van de systematische vattingen, maar zien we ook dat individuele magistraten hierbij een belangrijke rol spelen. Zij kunnen de dienst slachtofferonthaal ook vatten als ze van oordeel zijn dat een tussenkomst van de DSO een meerwaarde kan betekenen.”
Voorzien in voldoende capaciteit
De voorbije jaren werd ingezet op de aanwerving van bijkomende justitieassistenten. Zo is het aantal VTE binnen de diensten slachtofferonthaal de voorbije drie jaar meer dan verdubbeld, met een stijging van 31,3 in 2019 tot 63,8 in 2022.
“De enorme toename van het aantal dossiers vergroot uiteraard de druk op de justitiehuizen”, zegt Schryvers, “Dat het slachtoffer meer centraal komt staan is absoluut goed. De versterking van de DSO is dan ook heel terecht en nodig. Toch pleit ik ervoor om de instroom van het aantal dossiers en de werklast continu te blijven monitoren, opdat enerzijds de opdracht van de justitieassistenten haalbaar blijft en anderzijds slachtoffers en nabestaanden kwaliteitsvol kunnen worden bijgestaan.”
Schryvers benadrukt ook dat dit niet enkel geldt voor de totaliteit van het aantal dossiers, maar dat de inzet van justitieassistenten ook moet worden afgewogen tegen de instroom van het aantal dossiers per justitiehuis. Zo kregen voltijdse justitieassistenten in Antwerpen en Kortrijk vorig jaar veel meer nieuwe dossiers te verwerken, respectievelijk gemiddeld 240 en 277, dan hun collega’s in bijvoorbeeld Ieper (80) of Brussel (91).