Het aantal kandidaat-huurders voor een sociale woning dat voorrang vraagt omdat zij of één van hun gezinsleden een beperking hebben, is op een jaar tijd gestegen met 42 procent. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag aan Vlaams minister voor Wonen, Matthias Diependaele. Het aanbod aan sociale woningen waar mensen met een beperking zelfstandig zouden kunnen wonen, blijft echter beperkt. Katrien Schryvers vraagt meer aandacht van de sociale huisvestingsmaatschappijen voor aangepaste woongelegenheden en herhaalt haar oproep om de aanpassingspremie voor ouderen ook open te stellen voor huurders van een sociale woning.

Sociale huisvestingsmaatschappijen zijn verplicht om bepaalde kandidaat-huurders voorrang toe te kennen. In de eerste plaats gaat het om kandidaat-huurders met een fysieke handicap of beperking, of kandidaat-huurders van wie één van de gezinsleden een fysieke handicap of beperking heeft. Die voorrang kan natuurlijk maar worden toegekend als de beschikbare woning specifiek is aangepast aan de huisvesting van personen met die fysieke handicap of beperking.

Registratie

Zo zijn er rolstoelbezoekbare en aangepaste woningen. In een rolstoelbezoekbare woning kan een persoon in een rolstoel, eventueel met hulp, de woning tot in de leefruimte bezoeken, via een drempelloze toegang en deuren die voldoende breed zijn. In een aangepaste woning kan een persoon met een beperking helemaal zelfstandig functioneren. Alle ruimtes bevinden zich verplicht op hetzelfde niveau dat toegankelijk is voor een rolstoelgebruiker.

Op herhaaldelijk aandringen van Vlaams parlementslid Katrien Schryvers werd het aanbod van aangepaste en rolstoelbezoekbare sociale huurwoningen in kaart gebracht. “Alleen zo krijgen we een duidelijk zicht op de noden en op de manier waarop maatschappijen hier nog meer prioriteit van zouden moeten maken”, aldus Schryvers.

Aanbod

Het aandeel aangepaste woningen per huisvestingsmaatschappij varieert volgens de inventaris tussen 0% en 7,58%. “Er is dus echt wel sprake van grote verschillen onderling”, vindt Schryvers. Het gemiddelde ligt op 2,44% en de mediaan op 2%. De helft van de SHM heeft in zijn patrimonium dus minder dan 2% woningen die aangepast zijn.

Op vlak van rolstoelbezoekbaarheid zijn de verschillen tussen de maatschappijen nog groter. Zo rapporteert een vierde (n=19) van de SHM dat meer dan 70% van hun aanbod rolstoelbezoekbaar is. Tegelijkertijd komt bijna een vijfde van alle SHM (n=16) niet aan de 10%.

Ook tussen de grootste sociale woningmaatschappijen zijn er grote verschillen. Van Woonhaven Antwerpen is 34,1% van het patrimonium rolstoelbezoekbaar, bij Woningent gaat het om 15,3% en bij De Volkshaard om 8,2%. De Ideale Woning duidde volgens de inventaris geen enkele woning aan als enkel rolstoelbezoekbaar. De Mandel daarentegen heeft een aandeel van 85,5% rolstoelbezoekbare woningen.

SHM

totaal aantal huurwoningen

31/12/2021

Rolstoelbezoekbaar Aangepast
De Ideale Woning 6 297 0.0% 1.5%
Woonhaven Antwerpen 16 815 34.1% 0.2%
Woningent 8 678 15.3% 1.8%
De Volkshaard 5 536 8.2% 0.5%
De Mandel 4 887 85.5% 4%

Wachtlijst

“Op sommige plekken is het aanbod aan aangepaste of rolstoelbezoekbare sociale huurwoningen dus echt wel beperkt”, concludeert Schryvers, “en dat terwijl de cijfers er toch op wijzen dat hier nood aan is.” Op 31 december 2021 stonden naar schatting 3.519 dossiers op de wachtlijst van kandidaat-huurders die aanspraak maken op aangepaste huisvesting omwille van een fysieke handicap of beperking van henzelf of één van hun gezinsleden. Dat is 1,34 procent van het totaal aantal dossiers en maar liefst 42,1 procent dossiers meer dan een jaar eerder (+ 1.042 dossiers). Ook het totaal aantal mensen op een wachtlijst voor een sociale woning steeg aanzienlijk (+ 7,9%).

Aanpassingspremie

“In het Vlaams Regeerakkoord is opgenomen dat mensen zo lang mogelijk thuis of in de vertrouwde omgeving moeten kunnen blijven wonen, onder meer om het risico op vereenzaming te verkleinen”, vertelt Schryvers, “Uiteraard geldt dat ook voor huurders van een sociale woning. Dan kan echter alleen als de maatschappijen voldoende aangepaste en toegankelijke woningen in hun verhuurpatrimonium hebben. Ook moet het gemakkelijker worden om de nodige aanpassingen aan een sociale huurwoning te doen, zodat sociale huurders die beginnen kampen met ouderdomskwaaltjes ook in hun eigen thuis kunnen blijven wonen.”

Schryvers herhaalt daarom haar vraag om de aanpassingspremie voor ouderen ook open te stellen voor huurders van een sociale woning. Nu kunnen enkel woningeigenaars of huurders op de private markt er beroep op doen wanneer ze ouder zijn dan 65 jaar en hun woning willen aanpassen aan hun veranderende noden. “Door onder bepaalde voorwaarden, zoals het niet beschikbaar zijn van een aangepaste woning in de omgeving, de aanpassingspremie ook beschikbaar te maken voor sociale huurders, maken we het ook voor deze groep meer mogelijk om oud te worden in hun vertrouwde omgeving. Ook voor hen zouden kleine aanpassingen aan de woning met behulp van de aanpassingspremie een groot verschil kunnen maken”, herhaalt Schryvers haar pleidooi.