Sinds eind 2017 kunnen steden en gemeenten een stuk natuur, gelegen buiten de gewone begraafplaats, afbakenen als natuurbegraafplek. Die mogelijkheid kwam er op initiatief van Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers (cd&v). Vandaag, zo’n 8 jaar later, zegt slechts een vierde van de Vlaamse gemeenten zo’n natuurbegraafplek te hebben, in antwoord op een bevraging die Schryvers deed bij alle Vlaamse gemeenten. “Dat is te weinig. Bovendien blijkt het vaak eerder te gaan over een gedeelte van de begraafplaats dat natuurlijk werd aangelegd, in plaats van een echte plek in natuur- of bosgebied. De wens naar een laatste rustplaats in de natuur leeft bij vele mensen. Die keuze mag niet afhangen van de gemeente waar je woont, maar zou gewoonweg iedereen moeten kunnen hebben”, zegt Schryvers.
Een natuurbegraafplek is een stuk openbaar domein, buiten de officiële begraafplaats, waar men assen kan begraven of verstrooien in een natuurlijke omgeving. Dat kan gaan over een bos of in de duinen, maar ook de uitstrooiing in een rivier is hier een toepassing van. Als de assen worden begraven moet dat gebeuren in een biologisch afbreekbare urne. Desgevallend kan in het deksel of de urne ook een stekje of een zaadje van een inheemse boom geplaatst worden. Zo kan een natuurbegraafplek ook uitgroeien tot een echt herdenkingsbos. Om de natuurwaarde op de natuurbegraafplek zo groot mogelijk te houden, worden er geen gedenktekens geplaatst. “Een laatste rustplaats kunnen vinden in de natuur is voor veel mensen een aantrekkelijke gedachte”, aldus Vlaams parlementslid Schryvers, die het initiatief nam om dit mogelijk te maken, “Het idee te kunnen opgaan in de natuur, kan gemoedsrust geven en kan helend zijn voor nabestaanden.”
50 gemeenten met een natuurbegraafplek
De mogelijkheid om een natuurbegraafplek in te richten bestaat sinds 2017, op initiatief van Katrien Schryvers. Toch is het voor heel wat Vlamingen nog steeds niet mogelijk om te kiezen voor een laatste rustplaats in de natuur: dat is namelijk afhankelijk van het feit of je stad of gemeente zo’n natuurbegraafplek heeft. In antwoord op een bevraging die Katrien Schryvers organiseerde, reageerden 50 Vlaamse gemeenten momenteel een natuurbegraafplek te hebben. Op een totaal van 215 respondenten is dat amper 23%. Van de 165 gemeenten die in antwoord op de bevraging van Schryvers zeggen geen natuurbegraafplek te hebben, zegt slechts 61 of 36,9% er deze legislatuur wel werk van te willen maken.
“Met andere woorden: zelfs als de gemeenten die zeggen plannen te hebben voor de realisatie van een natuurbegraafplek de volgende jaren die ook effectief waarmaken, zal op het einde van deze legislatuur nog altijd in minder dan de helft van de Vlaamse gemeenten een natuurbegraafplek zijn. Nochtans stijgt de vraag naar natuurbegraafplekken jaar na jaar”, zegt Schryvers. In haar eigen gemeente Zoersel vertegenwoordigden de twee natuurbegraafplaatsen de voorbije vier jaar al 13,5 procent van het totaal aantal lijkbezorgingen.
Slechts 14 machtigingen door het Agentschap Natuur en Bos
Bovendien werden de voorbije jaren slechts 14 natuurbegraafplekken door het Agentschap Natuur en Bos goedgekeurd. Het betreft de gemeenten Beersel, Diest, Geel, Kasterlee, Lanaken, Lier, Putte, Retie, Sint-Katelijne-Waver, Ternat, Zaventem, Zemst en Zoersel (2).
“Dat is zorgwekkend: wanneer een gemeente een natuurbegraafplek wil maken op terreinen die gevat zijn door een natuurbehoudsregeling, dan moet daar een machtiging voor afgeleverd worden door ANB,” aldus Schryvers, “Vaak stootten de lokale besturen daar toch op een aantal problemen. Van de gemeenten die antwoordden dat ze een natuurbegraafplek hebben, blijkt het dus in de realiteit vaak over een vergroende begraafplaats te gaan in plaats van een echte natuurbegraafplek in een natuur- of bosgebied.”
Maatschappelijke vraag
“De manieren van afscheid nemen en lijkbezorging zijn de voorbije periode sterk geëvolueerd. Mensen willen hieraan steeds meer een persoonlijke invulling geven. Ook het idee van het lichaam teruggeven aan de natuur en vanuit de assen nieuw leven te laten groeien, spreekt steeds meer mensen aan. De aanleg van een natuurbegraafplek kan dan écht een verschil maken bij het creëren van een waardige laatste rustplaats”, gaat Schryvers verder.
Ze doet daarom een oproep aan de lokale besturen, Vlaanderen, het Agentschap Natuur en Bos en de uitvaartsector om de volgende periode samen écht werk te maken van het creëren van bijkomende natuurbegraafplekken. “Heel wat lokale besturen nemen initiatieven of maken plannen om hun begraafplaatsen te vergroenen en er zo ook echt troostplekken van te maken, waar mensen alleen of samen ingetogen kunnen rouwen en hun geliefden herdenken. ”, merkt Schryvers nog op, “Dat is zeker een mooie evolutie. Een echte plek in een bos of natuurgebied gaat echter nog een stap verder. Door goede praktijken met elkaar te delen, door positief naar vragen tot machtiging te kijken, door mekaar te inspireren kunnen gemeenten gemotiveerd worden om ook van zo’n plekken werk te maken.”
“Elke gemeente zou een echte natuurbegraafplek moeten hebben. Zodat iedereen het recht heeft om te kiezen voor een natuurbegraafplek. Die keuze mag echt niet afhangen van de gemeente waar je woont. Uit de reacties die ik hierover al kreeg, weet ik hoe zo’n plek in de natuur helend kan zijn. En als we mensen in een moeilijke periode in hun leven kunnen helpen in hun rouw, dan moeten we dat toch doen?”, besluit het parlementslid.