Cd&v wil meer mogelijkheden voor ouderen om samen de oude dag door te brengen

Publicatiedatum

Auteur

Gerlinde Hublin

Deel dit artikel

Weinig zaken zijn meer hartverscheurend dan een ouder koppel dat de oude dag niet samen door kan brengen. Samen kunnen blijven ook als één van de partners zorgbehoevend is,  moet vanzelfsprekend zijn, vindt Vlaams parlementslid Katrien Schryvers (cd&v). Sinds 2017 mogen woonzorgcentra zelfredzame partners mee huisvesten, bovenop de erkende capaciteit. Schryvers wil dat woonzorgcentra actiever geïnformeerd en gesensibiliseerd worden om dit ook bij hen mogelijk te maken. Ze stelt daarnaast ook voor om meer koppelkamers te creëren door assistentiewoningen aan te wenden.

Samen oud worden, het is de droom van veel koppels. Vaak is er echter sprake van een gedwongen scheiding wanneer één van hen omwille van zorgbehoevendheid naar een woonzorgcentrum verhuist. Om zo’n scheiding te vermijden, biedt Vlaanderen sinds 2017 – mede op initiatief van Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers (cd&v) – de mogelijkheid aan woonzorgcentra om de zelfredzame partner mee te huisvesten. Het woonzorgcentrum verwelkomt de partner dan bovenop het aantal erkende woongelegenheden. Hij of zij betaalt enkel de zogenaamde ‘hotelkost’ en maakt geen gebruik van de zorg. De aanwezigheid van de zelfredzame partner heeft geen invloed op de personeelsomkadering.

Vrije keuze

Het aantal woonzorgcentra dat deze mogelijkheid aanbiedt, stijgt elk jaar een beetje, maar blijft in totaal beperkt. “In januari waren er in heel Vlaanderen 61 woonzorgcentra die plaatsen voor zelfredzame ouderen aanbieden. Dat zijn er 5 meer dan vorig jaar, maar in heel Vlaanderen gaat het slechts over minder dan 10% van de woonzorgcentra”, vertelt Vlaams parlementslid Katrien Schryvers (cd&v) die de cijfers opvroeg, “Allen samen bieden ze plaats aan in totaal 284 zelfredzame ouderen, dat zijn er 14 meer dan in januari 2024.”

Elk woonzorgcentrum kiest zelf om deze formule aan te bieden, maar natuurlijk moet de infrastructuur wel aangepast zijn. Vaak gaat het over kamers die leeg staan of zeer ruime kamers waar twee personen samen kunnen verblijven.

“De mogelijkheden om als koppel samen oud te worden, ook als één van de partners zorgbehoevend is, zijn momenteel nog te beperkt,” aldus het parlementslid, “terwijl samen kunnen blijven een evidentie zou moeten zijn. Het beleid moet hier nog veel meer oog voor hebben.” Concreet denkt Schryvers onder meer aan een sterkere verbinding tussen assistentiewoningen en woonzorgcentra, zodat een verhuis naar een woonzorgcentrum geen noodzaak wordt voor wie zwaar zorgbehoevend is en met zijn of haar partner in een assistentiewoning woont.

Verbinding tussen woonzorgcentra en assistentiewoningen

Voor Schryvers stopt het niet bij het creëren van bijkomende capaciteit in de woonzorgcentra om een zelfredzame partner er mee te laten verblijven. “De zorgbehoevendheid van één partner mag niet leiden tot een gedwongen scheiding van koppels die meestal al jaar en dag lief en leed delen. Iedereen heeft recht op een gezinsleven, ook wie ouder is en zorg nodig heeft”, zo stelt Katrien Schryvers. “In algemeenheid moet het beleid hier veel meer oog voor hebben.”

Om meer mogelijkheden te creëren kijkt Schryvers ook naar assistentiewoningen. “Ook assistentiewoningen bieden de mogelijkheid voor partners met verschillende zorgbehoeften om samen te blijven op de oude dag”, verduidelijkt het parlementslid, “Als we er sterker op inzetten dat in een assistentiewoning ook intensievere zorg kan worden gegeven, kan deze woonvorm nog meer garantie bieden op gezinsleven voor ouderen.”

Concreet stelt Schryvers een sterkere verbinding voor tussen assistentiewoningen en woonzorgcentra. “Zo kan de hulp aan de bewoners van de assistentiewoning aangeboden worden vanuit het verbonden woonzorgcentrum en kan er nauwer ingespeeld worden op de specifieke zorgbehoeften”, aldus het parlementslid, “Als er een fysieke nabijheid is tussen een assistentiewoning en een woonzorgcentrum, zouden woonzorgcentra bijkomende erkenningen moeten kunnen krijgen voor het verlenen van zorg in de assistentiewoning.” Daarmee volgt Schryvers het voorstel dat koepelorganisatie Zorgnet-Icuro recent lanceerde om Zorg+-erkenningen in het leven te roepen zodat personeel uit de nabijgelegen woonzorgcentra flexibel kan worden ingezet voor zorg in de assistentiewoningen.

Nieuws

Drie maanden wachten om afspraak te krijgen bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen

Gemiddeld 97 dagen duurde het vorig jaar vooraleer een aanvrager een afspraak kreeg bij het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassingen. Dat is bijna een maand langer dan de gemiddelde wachttijd in 2023. Dat vernam Vlaams volksvertegenwoordiger Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat moet toch korter kunnen”, vindt Schryvers, “Een gebrek aan mobiliteit betekent immers vaak ook een gebrek aan kansen, en dat moeten we zo veel mogelijk vermijden.”

Gendergelijke vertegenwoordiging is ook op lokaal niveau een absolute noodzaak

Vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in de Vlaamse gemeenteraden én schepencolleges. Naar aanleiding van Internationale Vrouwendag op 8 maart vraagt Vrouw & Maatschappij, de vrouwenbeweging van cd&v, de Vlaamse regering om werk te maken van een strenger genderquotum in de schepencolleges, naar het voorbeeld van Wallonië. Daar geldt al sinds 2012 de regel dat minstens één derde van de leden van een verschillend geslacht moet zijn in het schepencollege. "Tijd dat Vlaanderen die stap ook zet," klinkt het bij V&M-voorzitter Lynn Callewaert.

 

Meer dan 1 op 4 trams in Antwerpen niet toegankelijk voor mensen met beperking

De Lijn heeft haar doelstelling met betrekking tot de toegankelijkheid van de tramvloot niet gehaald. Vooral Antwerpen is met 71,8% toegankelijke trams nog veraf van de doelstelling van 85% trams die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dat vernam Vlaams parlementslid Katrien Schryvers in antwoord op een parlementaire vraag. “Dat betekent dat maar liefst 28% of meer dan een kwart van de trams die er in Antwerpen en omgeving rondrijden niet toegankelijk is”, aldus Schryvers, “Er is dus nog een lange weg te gaan om de eerdere doelstelling te behalen.” Schryvers roept op om hier toch zo snel mogelijk werk van te maken. “Toegankelijk openbaar vervoer is een belangrijk element voor inclusie van mensen met een beperking”, aldus het parlementslid.